WORLDCOOK'S REIZEN - KURIGRAM Bangladesh
Recepten uit Bangladesh Reizen naar Bangladesh Reizen naar andere landen

Om vanaf Dhaka in Kurigram te komen, moet de de brede Jamunarivier oversteken, de rivier die ook wel bekend staat onder de naam "Brahmaputra"; verderop ga je ook nog over de rivier Tisla, om dan weer terug te keren baan de jamuna rivier, op de oevers waarvan de hoofdstad (sadar) Kurigram ligt. Kurigram is het armste district van Bangladesh. Een groot deel van het district bestaat uit water, en dat deel wordt nog groter in de regentijd; er zijn veel overstromingen. In het oosten vind je de chars: dit zijn eilanden en zandbanken in de rivier die komen en verdwijnen, en alleen de allerarmsten wonen daar. Als het eiland verdwijnt, verdwijnt het huis mee. De bodem van de eilanden is wel erg vruchtbaar.

Jute sticks, dried to use as fuelHet district is heel arm maar ook vruchtbaar en vol activiteit. Er zijn haast geen auto's of machines, alles wordt met de hand gedaan. Rijdend over de smalle dorpswegen zie je veel landbouw. Koeien, geiten, kippen en zelfs varkens lopen los rond of in een kudde; mensen werken in de rijstvelden of vangen vis. Soms zie je vrouwen aan de kant van de weg die matten maken. Jute wordt geoogst en men gebruikt de bladeren om van alles te maken, zoals kleden, die dan weer worden verkocht in het rijkere Dhaka. De stengels worden gedroogd en gebruikt als brandstof.
Er is zoveel water, dat je er soms doorheen moet waden om bij een huis of hut te komen; of een bootje gebruiken om een plotseling ontstaan meer over te steken. Mensen wonen overal, ieder stukje bewoonbaar land is bezet. Als je in het land woont met de hoogste bevolkingsdichtheid, moet je zuinig omspringen met elke vierkante centimeter.

Tajhat palaceIn Kurigram vind je geen restanten van vroeger tijden. Misschien woonde er niemand, vanwege al dat water, of misschien heeft het water alle sporen weggevaagd. In Rangpur, een district halverwege Dhaka en Kurigram is nog wel wat historie te vinden. Een daarvan is het Tajhat paleis, een enorme rajbari. In de jaren 90 werd het gebruikt door het Bangladeshi Hooggerechtshof, maar nu zie je er overheidsdienaren noch toeristen. Binnen staan er wat historische en Hindoespullen. Het paleis werd gebouwd in het midden van de negentiende eeuw door Manna Lal Ray, een rijke Hindoe juwelier, die ook de titel van raj kreeg. Het paleis is totaal leeg, maar je kunt je voorstellen dat het ooit vol was met dansende mooi geklede gasten, die de juwelen droegen, die door hun gastheer waren ontworpen.
Verder is er de Kali tempel. Acht Hindoe godinnen hangen aan de buitenkant, en gezien het feit dat ze topless zijn, is het een wonder dat hun borsten er nog aan zitten. Waarschijnlijk komt dat omdat de meeste inwoners van Rangpur niet eens weten dat dit paleis bestaat. Wij werden begroet door een tandenloze man, die overduidelijk blij was dat er eindelijk eens iemand naar zijn godin Kali kwam kijken. De tempel was verlaten en vies, maar verder in goede staat.