WORLDCOOK'S REIZEN - KARAKALPAKSTAN(Oezbekistan)
Recepten uit Oezbekistan Reizen naar Oezbekistan Reizen naar andere landen

Karakalpakstan is een onafhankelijke republiek binnen Oezbekistan. Karakalpak betekent "mensen met zwarte hoeden" maar daar vind je er vandaag de dag niet veel meer van. De Karakalpak bevolking bestond vroeger uit nomaden en vissers. Het Aralmeer in het noorden zat vol met vis. Als gevolg van jarenlange slechte irrigatietechnieken om zoveel mogelijk katoen te produceren is het meer gekrompen tot een kwart van zijn originele grootte. Het land is uitgedroogd en het meer is zouter dan de zee, en vol van chemicaliën; vis woont er al lang niet meer. Het verbouwen van katoen vereist pesticiden, ontbladeringsmiddel en kunstmest en de omgeving is niet erg gezond meer. De wind neemt het zout op uit het meer en zet een laagje af, zodat het elke ochtend likt alsof het licht gesneeuwd heeft, terwijl het 35 graden in de schaduw is. Mensen die tientallen jaren een huis aan het meer hadden, bij voorbeeld in het dorp Muynak, moeten nu een kleine 70 kilometer lopen. In het jaar 2000 werd de situatie nog eens verergerd door het optreden van een grote droogte, waardoor de armoede opnieuw toenam.

Ik sprak een vrouw uit Muynak die daar als kind met haar ouders woonde, en een heel gelukkige jeugd had gehad met vele vrije middagen aan het meer en in het water. Nu is het water onbereikbaar, te voet maar ook met de auto, want de droge woestijn gaat uiteindelijk over in een soort Wadden-modder.
Rondom Muynak liggen boten, gewoon gestrand in de woestijn en half vergaan. Er was geen reden om de boten te redden, gevist kon er immers niet meer worden. De bevolking van het dorp bestaat uit voormalige vissers, maar te vissen valt er helaas niets meer, en te eten dus ook niet. De meeste van hun kunnen nergens heen; hun enige bezit, een huisje, is in het dorp, en geld voor de bus hebben ze niet eens. In het dorp is nog een oud vissersmuseum, waar je het bewijs kunt zien van betere tijden.
De Karakalpak hebben een eigen taal, met Turkse origine, evenals het Oezbeeks, maar de taal lijkt meer op die van Kazakhstan dan op die van Oezbekistan.
In de regio lopen veel wilde kamelen. De hoofdstad is Nukus, een stad die in 1932 gebouwd werd. Hier vind je ook het beroemde
Savitsky museum, ook wel "Kunstmuseum" genoemd, en de laatste tijd, zij het met tegenzin, "Staatsmuseum". De mega-rijke Savitsky verzamelde hier in de twintiger jaren 70.000 werken, om te voorkomen dat Stalin alle niet-socialistische kunst zou vernietigen. Weinig mensen wisten hiervan, totdat de Soviet Unie uiteen viel. De collectie is zo groot, dat deze niet in zijn geheel tentoon gesteld kan worden, en het grootste deel staat opgeslagen in de kelder van het museum.
Waarschijnlijk hangt maar 10% van de collectie in het museum zelf, en zelfs dat is nog te veel, zodat de wanden overvol zijn, de schilderijen hangen boven en onder, links en rechts tegen elkaar aan. Het vreemdste is nog, dat er ook replica's van Europese kunstwerken staan, die de plaats innemen van de zovele echte kunstwerken in de kelder. Gelukkig is het klimaat erg droog, zodat de schilderijen niet al teveel schade lijden.
Aan de linkerkant een van de beroemdste schilderijen uit het museum.
Ofschoon de stad Nukus pas 70 jaar oud is, hebben hier en in het naburige Khorezm al sinds duizenden jaren mensen geleefd en daar zijn ook sporen van te vinden. De meest beroemde overblijfselen zijn die van Topraq-qala (qala betekent stad) uit de vierde eeuw, op de top van een heuvel uitkijkend over de rivier Amu Darya. Er staan nog drie torens van ongeveer 25 meter hoog en als je je fantasie gebruikt, kun je je voorstellen hoe mensen hier leefden.
Qavat Qala is helaas verwoest door Jenghiz Khan, maar van Ayaz Qala (eerste eeuw), Janpyq qala en Elli qala (vijftig steden) staan er nog prachtige ruines overeind. Toeristen zijn nog niet tot hier gekomen en het is dan ook een bijzondere ervaring, als je de steden kunt bezoeken.
De meeste van deze steden waren forten, gebouwd op een heuvel om de veiligheid te garanderen, waarmee ze ook meteen een prachtig uitzicht bieden over het Karakalpakstaanse land. Midden in de woestijn zie je opeens kleine stukjes groen en meertjes. Er is zelfs een klein natuurgebied, Badai-Tugai, waar wordt gezegd dat je woestijnkatten kunt vinden, jakhalzen, wilde zwijnen en vossen.

o