Recepten uit
Burundi


Bonensoep
recepten


Recepten met
onkruid



Recepten
met spinazie


Veganistische
recepten

 

Bonensoep

 

Spinaziesoep met madeliefjes

 
  • 200 GRAM WITTE BONEN, geweekt en gekookt of uit blik
  • 200 GRAM BRUINE BONEN, geweekt en gekookt of uit blik
  • UIEN, gesnipperd
  • 1 LITER GROENTEBOUILLON
  • 1 PAPRIKA, in reepjes
  • 1 RODE PEPER, gesnipperd
  • 100 GRAM SNIJBONEN, in reepjes
  • 1/2 THEELEPEL KOMIJNPOEDER
  • HANDJE BASILICUM, geknipt
  • 150 GRAM PINDA'S, fijngemalen
 
  • 300 GRAM SPINAZIE
  • 1 UI, gesnipperd
  • 2 TEENTJES KNOFLOOK, gesnipperd
  • 1/2 THEELEPEL OREGANO
  • 1 DECILITER ROOM
  • 8 DECILITER GROENTEBOUILLON
  • VERSGEPLUKTE MADELIEFJES

Doe alle ingrediënten bij elkaar, behalve de pinda's en de basilicum, voeg peper en zout naar smaak toe en breng het geheel aan de kook. Laat de soep een half uur koken op een zacht vuurtje. Doe de pinda's erbij en kook nog eens 10 minuten. Bestrooi met basilicum.

De Burundezen zijn dol op hun bonen, ze mogen bij geen maaltijd ontbreken. Soms doen ze er mais doorheen, en soms maken ze er ook soep van.

Op 1 juli is het  Onafhankelijkheidsdag in Burundi. Het land moest door Duitsland aan België worden gegeven in 1918. Klik op culinaire kalender om meer links te vinden tussen recepten en wereldwijde geschiedenis.

Roerbak de ui en de knoflook 3 minuten. Voeg de spinazie toe en roerbak totdat deze geslonken is. Pureer de spinazie. Doe de bouillon erbij en de oregano en breng dit aan de kook; verhit gedurende een minuut. Voeg de room toe en verhit dit nog een minuut. Verdeel de soep over vier borden en strooi er wat adeliefjes in.

Je kunt madeliefjes ook in een ander recept gebruiken: gesuikerde madeliefjes.

Zie nog een recept voor spinaziesoep en een voor pittige spinaziesoep.

Madeliefje (Ofwel Bellis perennis, hetgeen betekent eeuwige schoonheid) is een overblijvende plant uit de composietenfamilie, net als de paardenbloem. In het hart staan gele buisbloemen met een krans van witte straalbloemen. Ze bloeien bijna het hele jaar (behalve bij vorst) en planten zich ongeslachtelijk voort.
Je ziet ze overal in het gras staan; wij vlochten er vroegen kransen van, voor in je haar. En je kunt ze dus ook eten.