De Nonya keuken is een perfect voorbeeld van fusion koken; het is gebaseerd op de Chinese en Maleisische keuken met Indonesische, Portugese, Indiase en Thaise invloeden. Nonya schotels worden vooral bereid in Maleisië en Singapore. Gedurende de Ming Dynastie, meer dan 500 jaar geleden, trouwde Princes Hang Li Po, de dochter van Yongle, de toenmalige keizer van China, met de sultan van Malakka, Mansur Shah. Malakka toen al een bloeiende havenplaats. The princes bracht 500 Chinese mannen met zich mee, die op hun beurt weer trouwden met Maleisische vrouwen.  De mannen werden Baba genoemd, de vrouwen Nyonya of Nonya. Nonya betekent "vrouw" in het Chinese Hokkien dialect. Baba betekent "vader" in vele talen en zelfs in Bangladesh gebruikt men dit woord op die manier.
In 1511 bezetten de Portugezen Malakka, en kregen daardoor de macht over een van de belangrijkste handelsroutes voor specerijen. Ook zij lieten hun stempel achter op Nonya recepten. Daarna vielen de Nederlanders Malakka voor en tijdje binnen, maar de Nederlandse keuken heeft zich niet weten binnen te dringen in de Maleisische kookgeschiedenis.
Binnen de Nonya keuken vind je verschillen: in het zuiden (Malakka en Singapore) zijn er veel Indonesische invloeden. Hier worden kokosmelk, suiker en Maleisische specerijen gebruikt; ook zie je er wat Portugese invloed. In het noorden, in de buurt van Penang, gebruikt men veel tamarinde (asam) en groene mango's, waardoo het zuur soms een beetje de overhand krijgt. Men gebruikt vaak “belacan” een koek van gedroogde garnalenpasta, in de Nonya keuken. Als je dat niet kunt vinden, neem dan gerust andere soorten garnalenpasta, bij voorbeeld trassie. De Nonya recepten moeten in elk geval bereid worden met veel verschillende specerijen en zijn het lekkerst, net als de meeste Orientaalse gerechten, met verse groenten.