Indonesië heeft heerlijk voedsel in veel variëteiten. Omdat kokosnoten en garnalen ruimschoots voorhanden zijn, staan ze vaak op het menu. Saté wordt veel gegeten, en kan gemaakt zijn van kip, varken, rundvlees, vis en garnalen, of een gehakte versie daarvan (Satay Lilit). De toeristen eten vaak saté met pindasaus, maar Indonesiërs doen dit niet. Het vlees is al heerlijk en het is vaak gemarineerd, dus het wordt zonder saus gegeten of alleen met sojasaus en rode pepers. Koriander en komijnzaadjes zijn veel gebruikte specerijen. Vis wordt veel gegeten, maar geen maaltijd is compleet zonder rijst.
De Indonesische keuken kent invloeden uit vele delen van de wereld, zoals India, China (het gebruik van noedels, tofu, taugé en sojasaus), het Middenoosten, Portugal, Spanje (het gebruik van rode pepers) en Nederland. Indonesië is uitgespreid over een groot aantal eilanden met een enorme oppervlakte (de lengte s ongeveer 8.000 kilometer) en er wonen mensen met verschillende achtergronden en godsdiensten, vandaar dat je een zeer  uitgebreide keuken vindt, net zoals in andere landen met een groot oppervlak,bijvoorbeeld India en China.
De sojasaus uit de Chinese keuken werd verdikt en gezoet tot de bekende ketjap manis. De Nederlanders, die in het koloniale tijdperk nog rijen bediendes hadden, breidden de "rijsttafel" uit tot een langdurige maaltijd, die nog steeds in Nederland met veel plezier gegeten wordt.